Bestemmingsplannen toegelicht

Een '''bestemmingsplan''' beschrijft wat er met de '''ruimte''' in een bepaalde gemeente mag gebeuren. Of er in een gebied een sportcomplex mag komen bijvoorbeeld of een camping. Er staat ook waar winkels, horeca en bedrijven mogen komen. Hieronder staat de situatie in Nederland beschreven.

Het bestemmingsplan geldt zowel voor burgers, bedrijven als voor de gemeente zelf. Bestemmingsplannen bevatten niet alleen regels over het grondgebruik, maar bijvoorbeeld ook over maximale hoogte en breedte van bouwwerken. In principe moet een bestemmingsplan elke tien jaar opnieuw worden geactualiseerd. Past een bouwplan niet in het bestemmingsplan, dan kan de gemeente onder bepaalde voorwaarden vrijstelling verlenen

Een bestemmingsplan kent drie onderdelen:
#een toelichting, hierin zijn de kenmerken van een wijk vastgelegd. Ook maakt de gemeente in de toelichting duidelijk wat haar bedoelingen zijn met het gebied of de buurt.
#een plankaart, dat is een soort landkaart van het gebied waarop het bestemmingsplan betrekking heeft.
#de voorschriften.Hierin staat wat voor soort bebouwing er mag plaatsvinden. Daarnaast leggen de voorschriften vast hoe er gebouwd mag worden. Zo wordt bijvoorbeeld de maximale hoogte of breedte van bouwwerken genoemd.

Bouwplannen

Als iemand in Nederland iets wil bouwen kan hij te maken krijgen met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Als het bouwplan een woning of groot bouwwerk betreft, toetst de gemeente of het bouwplan past in het bestemmingsplan. Als dat niet zo is, moeten misschien de plannen aangepast worden. Aanpassing van het bestemmingsplan is een andere optie. De derde mogelijkheid is een tijdelijke vrijstelling, de zogenaamde artikel 19-procedure. Dit loopt vooruit op een wijziging of aanpassing van het bestemmingsplan in de toekomst.

Bij het ontwerpen van een bouwplan moet men er voor zorgen dat het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische eisen van het Bouwbesluit, aan redelijke eisen van welstand, aan de geldende bouwverordening aan aan het bestemmingsplan. Bij bouwplannen in of nabij natuurgebieden, moet nagegaan worden wat het effect is van uitvoering van het plan op de staat van flora en fauna ter plekke en de nabije omgeving. Hiertoe wordt een inventariserend onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden bij de goedkeuringsprocedure betrokken. Dit is een van de taken die de provincie uitvoert in het kader van een verzoek om een bestemming te wijzigen (zie ook Flora- en faunawet). Ook onderzoek naar de staat van het bodemarchief is sinds het van kracht worden van het Verdrag van Maltha noodzakelijk. Hiertoe wordt tenminste een Standaard Archeologische Inventarisatie (SAI) uitgevoerd.

Artikel 19-procedure

Vrijstelling van het bestemmingsplan betekent dat iemand zijn plan tóch mag uitvoeren, ook al past het niet in het bestemmingsplan. De artikel 19-procedure is in april 2000 gewijzigd. Was het vroeger zo dat gemeenten na het verlenen van een vrijstelling het bestemmingsplan moesten herzien, nu kunnen ze volstaan met een goede ruimtelijke onderbouwing van de vrijstelling, bijvoorbeeld in de vorm van een structuurplan of structuurvisie waarin toekomstige ontwikkelingen worden geschetst. Burgers kunnen bezwaar maken tegen een vrijstellingsbesluit. De artikel 19-procedure is er in een 'zware' en een 'lichte' vorm, oftewel een lange procedure en een korte procedure .

Tijdelijke vrijstelling

De Wet op de ruimtelijke ordening geeft ook de mogelijkheid voor een tijdelijke vrijstelling (artikel 17). Voor een nieuwe woonwijk is er bijvoorbeeld nog geen gedetailleerd bestemmingsplan, maar misschien vindt de gemeente het wel goed voor de wijk als winkeliers zich er gaan vestigen. Deze vrijstelling duurt maximaal vijf jaar. Er geldt ongeveer dezelfde gang van zaken als voor de artikel 19-procedure.

Bouwplannen van de gemeente zelf

Uiteraard moeten ook de projecten die de gemeente zelf ontwikkelt, passen in het bestemmingsplan. Als een ontwikkelingsplan voor een gebied niet overeenkomt met het bestaande bestemmingsplan, kan de gemeente het bestemmingsplan herzien. Voor deze herziening geldt een uitgebreide procedure met mogelijkheden tot inspraak, bezwaar en beroep.

Inspraak, bezwaar en beroep

Er zijn drie mogelijkheden voor een burger die het ergens niet mee eens bent en die invloed wil uitoefenen op de vaststelling van het bestemmingsplan:
*Inspraak. Voordat de gemeente een bestemmingsplan opstelt, zet zij haar ideeën op papier. Vervolgens peilt de gemeente de mening van de bevolking en van andere belanghebbenden. Dit kan onder andere door middel van een inspraakbijeenkomst. Tijdens die bijeenkomsten kan het er soms hard aan toegaan. Bijna niemand vindt het leuk als bijvoorbeeld een fabriek zich op een steenworp afstand van zijn huis wil vestigen. Daarnaast kunnen burgers hun mening schriftelijk kenbaar maken bij de gemeente.
*Bezwaarprocedure, tegenwoordig bedenkingen genoemd.
*Beroep instellen

Bezwaarprocedure

1. ''Ontwerp-bestemmingsplan'' Na de inspraakprocedure, stelt de gemeente een ontwerp-bestemmingsplan op. Gedurende vier weken kunt u het plan inzien, in het gemeentehuis en vaak ook in de leeszaal van de bibliotheek. Regionale dagbladen en huis- aan huisbladen maken hier melding van. Het is mogelijk om uw mening schriftelijk kenbaar te maken. Als u dat doet, krijgt u een uitnodiging om uw mening mondeling te komen toelichten.
2. ''Vaststellen bestemmingsplan'' Heeft niemand iets kenbaar gemaakt, dan is de gemeente verplicht om het bestemmingsplan binnen acht weken vast te stellen. Zijn er wel andere meningen naar voren gekomen, dan moet de gemeente dit binnen vier maanden doen. Vervolgens geeft de gemeente het plan binnen vier weken opnieuw ter inzage aan de burgers. Bovendien legt de gemeente het plan voor aan de provinciale overheid.
3. ''Nogmaals iemands mening'' Heeft de gemeente niet of te weinig rekening gehouden met iemands belangen, dan heeft iemand dus opnieuw vier weken om zijn '''bedenkingen''' schriftelijk neer te leggen bij Gedeputeerde Staten. Dit gaat ook op als de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan wijzigingen heeft aangebracht waar u het niet mee eens bent. Van Gedeputeerde Staten krijgt u, net als van de gemeente, een uitnodiging om een en ander mondeling toe te lichten.
4. ''De laatste ronde'' Gedeputeerde Staten hebben maximaal zes maanden om het bestemmingsplan al dan niet goed te keuren. Zijn er geen bedenkingen geuit, dan is de termijn twaalf weken. Binnen twee weken na het nemen van een besluit, maken Gedeputeerde Staten dit kenbaar. Iedereen die bedenkingen heeft geuit, krijgt een afschrift van het besluit toegestuurd.

Beroep instellen

Het bestemmingsplan nadert zijn voltooiing. Samen met het besluit van Gedeputeerde Staten ligt het nog zes weken ter inzage bij de secretarie van de gemeente. Binnen die termijn kan iemand (schriftelijk) in beroep gaan. Dat doet u bij de rechter, in dit geval de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag. Die neemt in principe binnen twaalf maanden een beslissing. Is de termijn van zes weken voorbij, dan treedt het plan in werking (ook al hebt u beroep ingesteld). Om te voorkomen dat het plan in werking treedt, kunt u een 'verzoek tot voorlopige voorziening' instellen, ook bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Het op tijd kenbaar maken van uw mening of het instellen van een beroep is zeer belangrijk. Verzend post zoveel mogelijk aangetekend. U heeft in dat geval ook een bewijsstuk van verzending. Gaat u bij de rechter tegen een besluit in beroep, dan betaalt u griffiegeld. Wint u de zaak, dan moet de tegenpartij u dat geld terugbetalen.

'Korte' artikel 19-procedure

Deze eenvoudige procedure geldt voor beperkte uitbreidingen van onder andere woningen, gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen, openbaar vervoer of wegverkeer, kleine kassen en agrarische bedrijfsgebouwen van lichte constructie en voor gebruikswijzigingen van kleine gebouwen in de bebouwde kom. Dit zijn de te volgen stappen:
# Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag om vrijstelling of de aanvraag wel of niet wordt toegewezen. Als hij wordt toegewezen treedt de artikel 19-procedure in werking. De aanvraag wordt dan ter inzage gelegd.
# Iedereen heeft dan vier weken om schriftelijk te reageren.
# Burgemeesters en wethouders moeten binnen vier weken een besluit nemen over het verlenen van de vrijstelling.
# Bezwaarschriften moeten binnen zes weken bij B & W worden ingediend. Een verzoek om voorlopige voorziening kan worden ingediend bij de president van de rechtbank.
# Bij ongegrond verklaren bezwaarschrift kunt iemand binnen zes weken beroep instellen bij de rechtbank.
# Hoger beroep kan binnen zes weken worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

'Lange' artikel 19-procedure

Deze procedure geldt voor de meeste (grote) bouwprojecten. Dit zijn de te volgen stappen:
# Bij de voorbereiding van een vrijstelling peilt de gemeente de mening van de bevolking en andere belanghebbenden (inspraak).
# De gemeenteraad beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag om vrijstelling of de aanvraag wordt afgewezen of dat de artikel 19-procedure wordt gestart. In het laatste geval wordt de aanvraag ter inzage gelegd.
# Schriftelijke zienswijzen tegen de aanvraag om vrijstelling indienen binnen vier weken.
# De gemeenteraad beslist binnen acht weken tot het aanvragen van een 'verklaring van geen bezwaar' bij Gedeputeerde Staten.
# GS nemen binnen acht weken een beslissing over die aanvraag.
# De gemeenteraad moet binnen twee weken een besluit nemen over het verlenen van de vrijstelling.
# Bezwaarschriften binnen zes weken indienen bij de gemeenteraad. Verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de President van de rechtbank.
# Bij ongegrond verklaren bezwaarschrift: binnen zes weken beroep instellen bij de rechtbank.
# Hoger beroep binnen zes weken instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Planschade

Het recht op planschade wordt geregeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Er is sprake van planschade als iemands woning in waarde daalt of als iemands woongenot vermindert als gevolg van een planologische maatregelen. Zo'n maatregel kan een bestemmingsplan zijn maar het kan ook gaan om een vrijstellingsbesluit op grond van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Waar het om gaat is dat iemand schade lijdt, bijvoorbeeld doordat het mooie weiland voor zijn huis moet plaatsmaken voor een snelweg. Om in aanmerking te komen voor schadevergoeding zijn twee zaken van belang:
*de betrokkene kon de schade niet voorzien toen hij de woning kocht;
*de schade is niet al op andere wijze vergoed (bv. door onteigening)
Een verzoek om schadevergoeding wordt ingediend bij de gemeente. Een planschadeprocedure kan al gauw enkele jaren duren.

Voorbereidingsbesluit

Als de gemeente een bestemming van een stuk grond wil veranderen, is het niet gewenst dat er nog bouwvergunningen worden verstrekt voor realisering van de huidige bestemming. Om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan, kan de gemeente een voorbereidingsbesluit nemen. Dat is een besluit waarbij de gemeente verklaart dat voor een bepaald gebied een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid. Dit besluit heeft een werkingsduur van een of twee jaar. Het voorbereidingsbesluit heeft tot gevolg dat het college van Burgemeester en Wethouders bouwvergunningen nog niet kan afgeven. Deze zogeheten aanhoudingsplicht kunnen B en W onder bepaalde voorwaarden doorbreken. Als binnen de werkingsduur van een voorbereidingsbesluit een nieuw bestemmingsplan in procedure wordt gebracht, kan de aanhoudingsplicht doorlopen totdat het bestemmingsplan in werking is getreden. De aanhoudingsplicht vervalt eerder, wanneer de gemeente de termijnen in de bestemmingsplanprocedure overschrijdt. Tegen een voorbereidingsbesluit kan bezwaar en beroep worden gemaakt.

NIMBY procedure

Ook als de rijksoverheid een project wil realiseren op het grondgebied van de gemeente, dient de gemeente haar bestemmingsplan aan te passen. Als de gemeente hieraan niet wil meewerken, bijvoorbeeld omdat bewoners zich daar sterk tegen verzetten, dan voert de rijksoverheid soms een NIMBY procedure.